Dankzij Frank Teeuwisse heeft de ombudsman zich gebogen over een belangrijk aspect van het in het verleden gevoerde beleid van het pensioenfonds. Dat heeft geleid tot een twee pagina’s groot artikel hierover in de NRC.
Zoals te verwachten viel, stelt het bestuur van het pensioenfonds ook nu weer dat er niets aan de hand is. In een bericht aan alle deelnemers over de publicatie, schrijft het bestuur het volgende.
“Maandag 10 februari publiceerde NRC Handelsblad een artikel over de afronding van een bemiddelingsprocedure tussen een pensioengerechtigde en Pensioenfonds PDN bij de Ombudsman Pensioenen. In januari 2023 publiceerde NRC Handelsblad ook al over de kwestie waarover deze bemiddelingsprocedure ging. Net als toen laat het artikel een gekleurd beeld zien.”
In 2023 publiceerde het NRC ook al over deze kwestie. Dat is gewoon pertinent onjuist. Bij de ombudsman ging het met name om de premiekorting in 2008. Het enige wat de twee artikelen met elkaar gemeen hebben is dat het bestuur van het pensioenfonds toen ook al niet in staat was te weerleggen wat gepubliceerd werd. Het enige wat het bestuur wist te bedenken is de NRC en de journalisten te betichten van kleuring. Feiten afdoen als kleuring. Je neemt het zelf niet zo nauw met de waarheid en je beschuldigt de pers van gekleurde berichtgeving. Als er iets gekleurd is, dan is het de reactie van het bestuur van het pensioenfonds.
Wij hebben gelezen wat de reactie van de ombudsman was ten aanzien van de inbreng van het pensioenfonds. Kort gezegd maakt hij er gehakt van. En dat is op zich al heel bijzonder, want de ombudsman mag alleen bemiddelen en geen oordeel vellen dan wel een uitspraak doen. Desondanks schrijft de ombudsman zwart op wit het volgende.
“In lijn met wat ik in mijn brieven al heb aangegeven, heb ik in het tweede gesprek benoemd dat ik de hele gang van zaken rondom de premie kortingen in de periode 2006 tot 2009 bijzonder blijf vinden.
Onder het FTK kan premie korting worden gegeven. De lat hiervoor is door de wetgever bewust hoger gelegd dan onder de voorgaande PSW. Zo moeten bijvoorbeeld alle toekomstige indexaties al gefinancierd zijn. Hierdoor kan de premie korting pas bij veel hogere dekkingsgraad. Zeer waarschijnlijk voldeed PDN in 2007 en 2008 niet aan deze dekkingsgraadeis (TBI-grens). De advocaat van het pensioenfonds geeft aan dat deze premie kortingen in 2007 en 2008 wel toegelaten waren omdat er in de wet een tijdelijke uitzondering was gemaakt voor pensioenfondsen die voorheen solvabiliteitsvrijval gebruikten voor premie korting. Zijn betoog komt er kort weg op neer dat er solvabiliteitsvrijval was en dat de premie korting dus gegeven mocht worden. Ik houd hier mijn twijfels bij omdat in de regelgeving ook wordt aangegeven dat dit mag als er voor het jaar 2007 ook sprake was van het aanwenden van solvabiliteit vrijval voor premie korting. In 2006 heeft PDN een CDC-premie gevraagd waarbij solvabiliteit vrijwel geen rol speelde. Ook de beide hierboven genoemde historische aanleidingen voor de premie kortingen hadden geen directe relatie met solvabiliteitsvrijval. Het is duidelijk dat ik op dit punt een andere visie heb dan de advocaat.”
De ombudsman heeft op zijn zachtst gezegd kennelijk dus ook geen hoge pet op van de inbreng van de “zeer gerenommeerde professor Dr. Erik Lutjes”. Het enige dat de gerenommeerde professor tevergeefs heeft getracht te bewijzen, is dat wat gebeurd is, niet in strijd met de regelgeving was. Volgens de ombudsman is hij daar niet in geslaagd. Maar dat vermeldt het bestuur van pensioenfonds niet. Het bewust niet vermelden van deze zeer relevante informatie is niet anders te kwalificeren als misleiding, een opzettelijke poging iemand een onjuiste indruk te geven. Wat ons betreft een doodzonde, die in iedere normale organisatie tot het aftreden van de verantwoordelijke bestuurders dient te leiden. Volstrekt onbegrijpelijk ook dat de onafhankelijke voorzitter van ons pensioenfonds hiermee heeft ingestemd. Juist de onafhankelijke voorzitter wordt geacht een baken van integriteit en zorgvuldigheid te zijn. Het zou interessant zijn om te weten wat er bij de KLM-pensioenfondsen gebeurd zou zijn als hij daar als vice-voorzitter hetzelfde zou hebben gedaan.
Afgezien van de juridische merites bestaat er ook nog zoiets als BELEID. De gebruikte hoofdletters bij het woord beleid zijn niet voor niets. DSM en vooral het bestuur van het pensioenfonds beroepen zich bij vrijwel alles ten aanzien van de pensioenen op het argument dat alles volgens de wet en de regels was. Als dat het enige is hebben wij geen bestuur meer nodig, maar een pc met de wet en de regels en klaar is Kees. Dat de regels gevolgd dienen te worden spreekt voor zich. Het zou wat worden als dat niet gebeurde. Besturen betekent dat, met inachtneming van de wet en de regels, BELEID bepaald en uitgevoerd moet worden. Het in acht nemen van de regels kan dus geen excuus zijn voor het gevoerde BELEID.
Het minste wat het bestuur na het vertrek van Edith Schippers had moeten doen is DSM aanspreken op haar verantwoordelijkheid voor alle financiële ellende die het heeft aangericht en DSM moeten aanspreken om de schade ongedaan te maken. Het is kennelijk niet bij hen opgekomen, ook niet nu het bestuur weet dat er hard bewijs is dat DSM indertijd zelfs een toezegging heeft gedaan. Tegen beter weten in blijft het bestuur maar volhouden dat het pensioenfonds geen enkele blaam treft voor de ernstige financiële nadelen die de pensioengerechtigden sinds 2008 geleden hebben en in de toekomst nog zullen lijden. Ook nu weer. Het bestuur gedraagt zich daarmee als autocraten. Het wil er maar niet in dat zij het belang van de deelnemers moeten dienen en dus verplicht zijn om zich in te spannen voor de belangen van de deelnemers. En dat staat haaks op het je beroepen op een advocaat, die het volgens de Ombudsman niet bij het rechte eind heeft en vervolgens je eigen deelnemers hierover misleiden.