22 december 2022
Veertien december jl. zou het bestuur van het pensioenfonds een besluit nemen over de indexeringen van onze pensioenen. Intussen weten wij dat het bestuur er niet uit gekomen is en afgelopen maandag hierover opnieuw vergaderd heeft. Er is toen wel een besluit genomen. Vervolgens is het verantwoordingsorgaan gevraagd om morgen haar oordeel hierover te geven.
Het verantwoordingsorgaan moet in haar oordeel meewegen of sprake is van de zgn evenwichtige afweging van belangen.
Evenwichtige afweging doet sterk denken aan het caoutchouc artikel in de grondwet van 1887 waarin kiesrecht werd toegekend aan alle volwassen mannelijke inwoners die konden aantonen dat zij beschikten over “kenteekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand”. In de wandelgangen sprak men over rekbaar als rubber en vatbaar voor interpretatie.
Evenwichtige afweging geeft iedere betrokkene en belanghebbende ruimte om dit begrip zelf in te vullen. Juist in situaties waar het niet gaat om zwart of wit maar om “grijsdenken” kan je hiermee alle kanten uit. En dat is precies wat bij regelmatig bij pensioenen aan de orde is. Het beroerde is dat het beroep op evenwichtigheid meestal gebruikt wordt om iets niet te doen.
Wij wachten met angst en beven af wat het besluit van het bestuur is en wat het verantwoordingsorgaan ervan zal vinden. Anders dan in het bestuur waarin de leden namens pensioengerechtigden in de minderheid zijn is in het verantwoordingsorgaan vier van de acht leden gekozen namens pensioengerechtigden. Je zou toch zeggen dat deze getalsverhouding niet voor niets is gecreëerd. Wie anders zet zich in voor de evenwichtige afweging van onze belangen.